Nieraandoeningen

Nieraandoeningen kunnen acuut of chronisch zijn.

Acute nierproblemen ontstaan vrij plotseling. Vergiftiging, bijvoorbeeld met pijnstillers of anti-vries kan een oorzaak zijn. Ook een plotselinge bloeddrukdaling (bijvoorbeeld bij shock) of een ontsteking kan acute nierproblemen geven. De hond met acute nierproblemen voelt zich ziek, eet slecht, kan veel drinken, braken en suf zijn. Met spoed naar de dierenarts dus! Deze stelt de diagnose met lichamelijk onderzoek en bloed- en urineonderzoek, daarnaast wordt er vaak een echo-onderzoek gedaan. De behandeling is afhankelijk van de oorzaak, maar het geven van een infuus is zeker nodig.

Chronische nierproblemen kunnen ontstaan als gevolg van chronische ontstekingen elders in het lichaam, bijvoorbeeld tandvleesontsteking. Ook een hoge bloeddruk, nierstenen, ontsteking in de nieren, erfelijke en immuungemedieerde aandoeningen kunnen een oorzaak zijn. Acute nierproblemen kunnen chronisch worden. Een chronisch nierprobleem ontstaat sluipend. Ongeveer 10% van de oudere honden krijgt ermee te maken. Het kan maanden duren voordat je iets aan de hond kunt zien. Mogelijke symptomen zijn vermageren, minder actief worden, meer drinken en plassen, verminderde eetlust, braken en zweren in de mondholte. De dierenarts stelt de diagnose na lichamelijk onderzoek en bloed- en urineonderzoek en vaak ook een echo-onderzoek van de nieren. Net als bij acuut nierfalen kan de hond met een chronisch nierprobleem flink opknappen met infuus, als hij of zij is uitgedroogd. Het geven van een eiwit- en fosfaatarm nierdieet is belangrijk. Soms is aanvullende medicatie nodig, die wordt individueel afgestemd. Het streven is om de levenskwaliteit van uw hond zo optimaal mogelijk te houden. Hoe eerder het chronisch nierprobleem wordt ontdekt, hoe beter dit gaat.