Vaccineren

Waarom?

Om uw dier te beschermen tegen bepaalde virusziekten. Behandeling van deze aandoeningen is vaak lastig. Voorkomen is beter dan genezen.

Waartegen?

Tegen kattenziekte en niesziekte en soms ook tegen de bacterie Bordetella bronchoseptica. Als uw dier naar het buitenland gaat is de inenting tegen rabiës (hondsdolheid) verplicht. Kattenziekte is een parvo-virus. Katten kunnen ernstig braken en diarree krijgen en kittens kunnen geboren worden met hersenafwijkingen. Niesziekte kan door verschillende virussen en bacteriën veroorzaakt worden. De ziekteverschijnselen variëren: van verkoudheid tot longontsteking, Ook zweren in de bek en bindvliesontsteking zijn mogelijk.

Hoe werkt een vaccin?

Het virus of de bacterie in het vaccin is aangepast: het kan geen ziekteverschijnselen meer opwekken maar stimuleert wel de aanmaak van afweerstoffen. Deze afweerstoffen beschermen de kat tegen de ziekte.

Wanneer en hoe vaak?

Kittens worden meestal op 9 en 12 weken gevaccineerd tegen katten- en niesziekte. Als de kat nog nooit is gevaccineerd, is het nodig om de eerste vaccinatie na 3 weken te herhalen. Dit zorgt ervoor dat het lichaam genoeg gestimuleerd wordt om voldoende afweerstoffen aan te maken. Op éénjarige leeftijd wordt deze vaccinatie herhaald. Daarna wordt vaccinatie om de 1 (niesziekte) tot 3 jaar (kattenziekte) aanbevolen. De rabiësvaccinatie kan vanaf 3 maanden leeftijd gegeven worden. Afhankelijk van het merk vaccin beschermt deze vaccinatie 1 tot 3 jaar. Katten die naar het pension gaan of veel met andere katten of honden in aanraking komen, kunnen met de neusdruppelvaccinatie tegen Bordetella bronchoseptica extra worden beschermd tegen deze mogelijke veroorzaker van niesziekte. De bescherming van deze éénmalige vaccinatie duurt een jaar. Ook voor katten die nooit buiten komen, raden we vaccinatie aan. Via handen, kleding en schoenen kunt u of een bezoeker, ziekteverwekkers overbrengen. In overleg kiezen dierenarts en eigenaar van een ‘binnenkat’ met een laag besmettingsrisico er ook wel voor om eens per 3 jaar te vaccineren.