Een konijn heeft 2 snijtanden in de onderkaak en een dubbel paar snijtanden in de bovenkaak: achter de zichtbare bovensnijtanden bevindt zich nog een kleiner paar (de stifttanden). Ook heeft een konijn in elke kaak 5 kiezen (soms 6 in de bovenkaak). De kiezen en snijtanden van het konijn hebben een zogenaamde ‘open wortel’ en groeien levenslang door. Terwijl het konijn kauwt, slijten deze kiezen en tanden op elkaar af. Zo worden ze niet te lang. Soms gaat het echter mis: als kiezen of tanden iets scheef komen te staan, slijten ze niet meer gelijkmatig af. Er kunnen scherpe haken ontstaan op de kiezen, die in de tong of de wang van het konijn kunnen steken. Dat doet pijn, waardoor het konijn moeilijk gaat kauwen en soms zelfs geheel stopt met eten.
Hoe kan dit ontstaan?
Erfelijke gebitsafwijkingen, infecties, ziekten en trauma (bv een val) kunnen ervoor zorgen dat de tanden en/of de kiezen verkeerd op elkaar gaan staan.
Ook voeding speelt vaak een grote rol. Konijnen die gemengd konijnenvoer krijgen, eten vaak de lekkere dingen ertussenuit en laten het ‘biks’ liggen. De lekkere dingen bevatten onvoldoende calcium. Ook geeft het krachtvoer een verzadigd gevoel (veel calorieën), waardoor het konijn minder ruwvoer zal eten. Dit ruwvoer bevat juist relatief veel calcium. Ook moet het konijn veel beter kauwen op ruwvoer. Als er te weinig calcium in de voeding zit, daalt de calciumconcentratie in het bloed van het konijn. Het konijn haalt calcium uit het kaakbot om dit tekort aan te vullen. Daardoor komen de kiezen of tanden losser in de kaak te staan. Ze gaan dan scheefgroeien. Er kunnen haken op de kiezen ontstaan. Ook kunnen de wortels in de kaak langer doorgroeien. Te lange wortels van de bovensnijtanden kunnen op de traanbuizen gaan drukken. Het konijn kan dan last krijgen van traanbuisontsteking, waarbij er viezigheid uit de ogen komt.
Behandeling
Scheefgroeiende snijtanden kunnen worden ingekort. Bij voorkeur gebeurt dit met een klein boortje of een kleine dremel. Een permanente oplossing is de doorgroeiende snijtanden te verwijderen. Dit gebeurt onder algehele narcose en uiteraard met goede pijnstilling. Haken op de kiezen worden onder een lichte narcose met een tandartsboortje verwijderd, waarna de kiezen kort en glad worden gemaakt. Omdat de kiezen door zullen groeien, is de kans groot dat er naar verloop van tijd weer haken zullen vormen. Dan zal de behandeling herhaald moeten worden. Als er een kies los is gaan zitten of gebroken is, moet deze kies worden verwijderd. Soms kan vanuit een kieswortelontsteking een kaakabces ontstaan. Ook dan moet de betrokken kies getrokken worden en moet het abces worden behandeld.
Prognose
De toekomstperspectieven voor het konijn zijn onder andere afhankelijk van de oorzaak van het gebitsprobleem, van de ernst en van de locatie van het probleem. Het optimaliseren van de voeding is van belang. Hiervoor geldt: voorkomen is beter dan genezen!